Manifest
Feminisme is weer in. Enkele aannames keren steeds terug: de aanname dat “gelijkheid van mannen en vrouwen” een basisprincipe is in onze samenleving; de idee dat emancipatie vandaag vooral nog een individuele aangelegenheid is; de zorg om als feministe je vrouwelijke eigenheid te bewaren; de overtuiging dat mannen betrekken de laatste noodzakelijke strategie is; de zekerheid dat het tweede golf feminisme en het hedendaags maatschappijkritisch feminisme niet meer van deze tijd zijn.
Er is dus een prijs voor het nieuwe succes van feminisme: feminisme als bevrijdingsfilosofie moet het afleggen tegen een reducerend feminisme à la carte en in dienst van de gevestigde orde. Hoog tijd dat we zelf meer ruimte creëren voor een alternatief radicaal links feminisme.
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen
De formule “gelijkheid van man en vrouw” is dé sterkste blijver van de mantra der fundamentele westerse waarden die ook “scheiding van kerk en staat” en “vrije meningsuiting” omvat. Ze spreekt het meest tot de verbeelding als het er om gaat de “westerse cultuur” waarin de gelijkheid m/v een basisprincipe is te onderscheiden van de “moslimcultuur”. Met concrete emancipatie van vrouwen heeft deze instrumentalisering echter niets te maken.
“Gelijkheid van vrouwen en mannen” is voortreffelijk als directe eis wanneer vrouwen en mannen in een gelijke situatie ongelijk behandeld worden. Het klassieke voorbeeld is dat van (on)gelijk loon voor gelijk werk.
De radicale en socialistische stromingen van het tweede golf feminisme verwierpen de formule “gelijkheid van man en vrouw” als algemene ideologie. Dolle Mina en de femsoc beweging stelden dat binnen een ongelijke (klassen)maatschappij gelijkheid van man en vrouw theoretisch enkel kon leiden tot het gelijk delen van onderdrukking en uitbuiting. De formule “vrouwenbevrijding” gaf veel beter het einddoel aan: ons feminisme gaat over de gelijkheid van alle vrouwen en uiteindelijk van alle mensen. + wereldbeeld
“Gelijkheid van man en vrouw” was occasioneel een nuttig concept in gevallen van ongelijke behandeling van mannen en vrouwen. Maar in de abortusstrijd bijvoorbeeld ging het om de ongelijkheid tussen vrouwen (voor wie de engeltjesmaakster en voor wie de veilige abortus in het buitenland). In de acties van Vrouwen tegen De Krisis (VTK) ging het om het klassenbelang van werkende en werkloze vrouwen (en bij uitbreiding dito mannen).
Tot abstracte waarde verheven wordt “gelijkheid van vrouwen en mannen” een instrument om de werkelijkheid te vervalsen.
Feminisme en heersende ideologie
Herkadering feministische eisen in neoliberale logika
Rol heersende ideologie en sociale bewegingen
Verklaring 2de golf: mei 68 contestatie / verklaring neolib mainstream: neolib offensief
Keerpunt: einde jaren 70+begin jaren 80: Vlaanderen zagen we het aankomen VTK
Specifiek België: abortusstrijd en feminisme: afgesloten 1990
Levensduur Schoppenvrouw 1978 – 1999
Einde “grote verhalen” en feminisme dat zich volgens die grote lijnen differentieerde gecombineerd met autonome organisatie van vrouwen als onderdrukte groep = meer ruimte voor differentiefeminisme en identiteitsfeminisme (afbakening op basis van vrouwelijke identiteit)
Men zegde ons dat we een one issue beweging waren, omdat men als een identitaire beweging zag.
Maar: – Ons feminisme was een maatsch project.
– strijd en allianties op basis van inhoud, niet identiteit. Abortus, VTK
Formule gelijkheid man/vrouw: is eigenlijk identitaire formule los van andere vormen van ongelijkheid
Wij altijd voor: “bevrijding vrouwen” en bij uitbreiding bevrijding mensen. Cfr: abortus, werk
Eis ministerie emancipatiezaken of hoe het ook heet: alleen nog identitaire thema’s: geweld, OSGW…. Met die beperking dat ook hier ongelijkheden anders werken voor verschillende groepen vrouwen
Neoliberale hegemonie
Wat is de aantrekkingskracht ervan/ catalisator
Hoe sijpelen ideeen neolib feminisme binnen.
(nog helemaal uit te werken)
Individualisme: er is ruimte voor. Maar die was er vroeger ook. Eigen emancipatie en solidariteit en samenw gingen samen. Verschil: zelf geëmancipeerd zijn was geen criterium. Criterium was feministische visie. Concrete omstandigheden bepaalden immers in hoe ver er ruimte was om indidivueeel te emanciperen.
Dus: concurrentie: alles is concurrentie. Voorsprong van hogere en middenklasse. Ind model: belang rolmodellen, netwerking,
Politiek ten voordele van de middenklasse, afbraak solidariteit
Etnocentrisme: trekt blijkbaar aan
Identiteitspolitiek: identificatie met wat als vrouwelijk en wat als mannelijk geldt. Hoe voel ik me als vrouw? Het is een vraag die mij in jaren 70 en 80 en zelfs 90 nooit gesteld is. Ik voel niks als vrouw, bij vrouwelijkheid denk ik aan het sociale, psychologische, culturele, seksuele keurslijf vrouwelijkheid betekent – dankuwel!